De inclusieve stad is een exclusieve stad
Hoe kan je een groeistad zo ontwerpen dat ze tegelijkertijd inclusief blijft? Deze vraag stond centraal tijdens een van de Club Cele-bijeenkomsten in Zwolle.
Artikel

Foodtrucks in het straatbeeld: een teken van verandering
Minouche Besters van Stipo gaf aan de hand van het boek Our City een voordracht over de inclusieve stad. De aanleiding voor het maken van dit boek is evident. Steden groeien en veranderen daardoor. Gentrification is een van de sleutelbegrippen. “Zodra er foodtrucks en koffietentjes in je stad verschijnen weet je hoe laat het is”, chargeert Besters. “Dat is een teken van verandering.” Het grote geld is ook iets wat grote invloed heeft op het karakter van een stad. “Binnensteden worden de duurste plekken van de stad. Soms is er niets meer om in te wonen, omdat vastgoedeigenaren alles in handen hebben. Of zijn de paar woonhuizen die nog bestaan in handen van rijke mensen die in de stad een pied-a-terre aanhouden.”
Dan toeristen. In Amsterdam klaagt men al jaren steen en been over de rolkoffers en Nutellawinkels, maar langzamerhand weten toeristen ook de middelgrote steden als Zwolle te vinden. Ken je je buren nog wel als het appartement naast je tien maanden per jaar via Airbnb wordt verhuurd? Voel je je dan nog wel thuis?
Maar wat is een inclusieve stad eigenlijk? Als iemand zich in een stad heel erg thuis voelt, dan is er altijd iemand die zich niet thuis voelt. Met andere woorden, een inclusieve stad is tegelijkertijd een exclusieve stad. “Inclusie is accepteren dat je de ruimte met elkaar moet delen”, meende Minouche Besters.
Om het voor iedereen zo comfortabel te maken moet je ernaar streven op elke plek een optimale welvaart te krijgen in combinatie met een maximale diversiteit. Tegelijkertijd ligt er een schone taak bij overheden en vastgoedeigenaars die een grote invloed kunnen uitoefenen op de inrichting van de stad.
Reacties
Reacties
Reactie toevoegen