Netcongestie zit buselektrificatie Amsterdam Noord in de weg

woensdag 12 april 2023

Om de energietransitie een stap verder te brengen, moeten netbeheerders en infrabeheerders elkaars problemen en afwegingen beter begrijpen. Tijdens de dertiende Kennistafel Energiehubs van Stevin wordt dit probleem concreter gemaakt: GVB kreeg geen nieuwe aansluiting in Amsterdam Noord van netbeheerder Liander.

Deze kennistafel staat in het teken van ‘het delen van data’. Om dit beeldend te maken, besloten organisatoren Emiel Trommelen en Rogier Pennings van Stevin in samenwerking met Martijn van Aartrijk van InTraffic er een concreet voorbeeld uit te lichten. 

Namelijk het Olof Palmeplein in Amsterdam Noord, waar Liander een transportbeperking oplegde aan GVB. Op dit plein gaan in de toekomst elektrische bussen bijladen en vroeg GVB een aansluiting op het elektriciteitsnet aan bij Liander. Maar omdat het netwerk hier vol is, kreeg GVB deze aansluiting vooralsnog niet. Loes Hoefnagels netbeheerder Liander en Rutger Siderius van het Railinfrabedrijf van GVB delen hun afwegingen in deze Amsterdamse casus.

Het Liander-perspectief

Hoefnagels legde die transportbeperking destijds als netarchitect van Liander op, vertelt ze tijdens haar presentatie. “De vraag naar elektriciteit groeit sneller dan de uitbreiding van ons netwerk. Als een aanvraag voor uitbreiding niet past, krijgt de klant een transportbeperking: hij komt op de wachtlijst. Pas als er extra capaciteit beschikbaar is door de uitbreiding van het net of een slimme oplossing om het net efficiënter te gebruiken kunnen we deze toewijzen.”

Dat ze nee moest verkopen aan het vervoerbedrijf in Noord, ging haar niet in de koude kleren zitten. “De stad ging toch een beetje dicht en daarvoor voel je je dan verantwoordelijk. Vaak ken je mensen die in zo’n gebied wonen, of woon je er zelf. Wij willen als netbeheerder klanten zo goed en snel mogelijk helpen en begrijpen dat het vervelend is voor een klant als dat niet lukt. Helaas groeit de vraag naar extra elektriciteit harder dan dat wij ons net kunnen uitbreiden.”

Bovendien, vervolgt ze, is een transportbeperking geen permanente oplossing voor het energienet: “Klanten krijgen een transportbeperking voor een aantal jaar en dan zoeken we samen een oplossing. Maar dat kost ook weer tijd en de wachtrij groeit ondertussen, omdat meer klanten een uitbreiding willen en ook een transportbeperking krijgen.”

Hoefnagels besloot daarom, na een carrière als netarchitect, verder te gaan als energieconsultant bij Liander. “Energieconsultants kunnen meer maatwerk leveren als klanten nieuwe aanvragen doen. In deze rol kan ik op zoek naar creatieve en vernieuwende manieren waarop we klanten kunnen helpen zonder te moeten wachten op de langlopende netuitbreidingen, die sowieso nodig zijn.”

Het GVB-perspectief

Rutger Siderius herkent het gevoel van Hoefnagels, vertelt hij wanneer zijn presentatie begint. “Ook bij GVB werken we met hele gedreven mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Wij moeten onze eigen infrastructuur onderhouden en kijken vooral naar het ‘hier en nu’. Wat er over anderhalf jaar gebeurt, heeft minder prioriteit.”

Ondanks dat probeert hij meer samenhang te creëren. “We maken vervoersprognoses voor de komende vijftien jaar en sinds 2022 maken we ook energieprognoses. Toen zagen we in onze modellen dat grote delen van het netwerk rood kleurden. De komende twee jaar verwachten we minder reizigersgroei, dat geeft lucht, maar voor de elektrificering van de busvloot kan dat problemen opleveren.”

Zoals op het Olof Palmeplein, waar de verzwaring van het elektriciteitsnet nog enige tijd op zich laat wachten. “We hebben bij de Taskforce Energiecongestie aangegeven dat die uitbreiding voor ons echt nodig is om over te kunnen stappen op elektrische bussen.”

En dat moet ook, merkt Van Aartrijk op, vanwege het Bestuursakkoord Zero Emissie Bus. Daarin staat dat alle nieuwe bussen vanaf 2025 emissievrij aan de uitlaat moeten rijden. “En dus moeten we op zoek naar andere oplossingen”, stelt Siderius. Zo onderzoekt GVB nu de toepassing van remenergie uit het metro- en tramnetwerk.

Ook het netwerk balanceren kan uitkomst bieden. “Op station Amsterdam Noord kwamen we met Liander tot een mooie, lowtech oplossing. We hebben daar op één onderstation twee aansluitingen gerealiseerd: één voor het station en één voor onze garage. Door de vermogens anders te verdelen, kunnen we de boel balanceren.”

Emiel Trommelen wil weten of het netwerk balanceren een oplossing kan bieden voor het Olaf Palmeplein. Siderius laat weten dat GVB geen aansluiting op het betreffende onderstation heeft, dat het Olaf Palmeplein moet gaan bedienen. Daardoor is het balanceren binnen de GVB-aansluitingen geen mogelijkheid. 

Bufferruimte

Rogier Pennings van Stevin luistert aandachtig vanuit de zaal. Hij vraagt zich af of flexibilisering van vraag en aanbod geen oplossing kan bieden? Nederland heeft een van de betrouwbaarste elektriciteitsnetten ter wereld, zegt Hoefnagels. “We proberen het risico op stroomuitval zo laag mogelijk te houden. We rekenen altijd met een worstcasescenario: klanten moeten in alle gevallen - ook in storing- of onderhoudssituaties - gebruik kunnen maken van de capaciteit die bij ons is gecontracteerd. Door netcongestie zijn we veel beter gaan kijken hoe we het elektriciteitsnet beter kunnen benutten.”

Niet alleen Liander bouwt buffers in, ook klanten zoals GVB doen aan ‘handdoekje leggen’ – zoals dat heet in jargon. Siderius: “Wij vragen het maximale vermogen aan, zodat we genoeg stroom hebben. Liander is streng op netoverschrijdingen, dan wil je een buffer hebben. In de loop der jaren is dat buffer op buffer geworden. GVB kijkt wel naar scenario’s waarin de pieken uit de vermogens worden gehaald. Hiermee kunnen we de contractvermogens mogelijk verlagen.”

Data delen niet de oplossing

Zouden de partijen eerder van elkaars problemen op de hoogte kunnen zijn, door meer data uit te wisselen? Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat als de grenzen van wat kan en mag minder star zouden zijn, er veel meer mogelijk is. Bijvoorbeeld door batterijpakketten bij te plaatsen op het netwerk.”  

Hoefnagels: “Het elektriciteisnet is ruim honderd jaar oud en er was nooit aanleiding dit te digitaliseren. Nu werken we daar hard aan. We hangen software in elektriciteitsstations en transformatorhuisjes om te kunnen meten wat de belasting van een kabel of transformator op een bepaald moment is. Dankzij die inzichten kunnen we het netwerk efficiënter gebruiken en klanten op bepaalde momenten wel de gewenste capaciteit geven.”

Siderius stelt dat meer data meten niet per se beter is: “Met gezond boerenverstand kom je ook heel ver. Data kunnen ook schijnzekerheid geven.” Van Aartrijk concludeert: “De wereld is minder meetbaar dan hij lijkt.”
Siderius stelt een eenvoudigere oplossing voor: “Vroeger met elkaar in gesprek gaan en de samenwerking zoeken. Veel organisaties werken nu nog erg vanuit de eigen blik. GVB heeft als hoofdtaak om te blijven rijden, netcongestie is een minder groot probleem.”

Perspectieven veranderen lastig

Loes Hoefnagels herkent deze manier van denken ook bij Liander. “Wij werken traditioneel vanuit het idee ‘u vraagt, wij draaien’. Dus als iemand een zware aansluiting aanvroeg, dan deden we dat. Dat kan niet meer met de huidige problemen.” Collega Umbriël Post, die in de zaal zit: “Het is alsof je een snelweg hebt waarop iedere automobilist een aparte rijbaan krijgt. Alleen is dit ondergrondse probleem gewoon niet zichtbaar.”

Daarom is het tijd voor een nieuwe en integrale manier van denken. Hoefnagels wil graag, maar ervaart barrières. “Ook voor personen binnen organisaties die snel willen veranderen, is het lastig. Je kunt niet altijd zo snel barrières doorbreken als je zou willen. De ACM bestraft Liander bijvoorbeeld ook als het zich niet aan het wettelijk kader houden. Een ommezwaai in de  hele keten laten doorsijpelen duurt nou eenmaal lang.”

Het organiserend vermogen

Pennings merkt op dat de gemeente Amsterdam aandeelhouder is van zowel Alliander (het moederbedrijf van netbeheerder Liander) als GVB, die allebei een publieke taak hebben. Kan de gemeente geen rol spelen om de perspectieven te verbinden? Hoefnagels: “Wij zijn wettelijk gebonden te werken volgens het molenaarsprincipe: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Maar de druk om maatschappelijk belangrijke projecten voorrang te geven groeit. Dat is in onze ogen geen rol voor de netbeheerder, maar een rol voor overheden. Die kunnen bepalen welke projecten prioriteit moeten krijgen vanuit het maatschappelijk belang.”

Ook Siderius ziet een rol voor de gemeente. Hij vertelt dat de gemeente ook in de Taskforce Energiecongestie zit, waar hij had aangegeven dat netuitbreiding op het Olof Palmeplein van belang is. “De Taskforce is er niet voor niets: daarin zit de gemeente met meerdere stakeholders om tafel.”

Maatschappelijk doel nastreven

En dus, is de conclusie van de dag, is het probleem voorlopig niet opgelost. Zowel GVB als Liander zijn het erover eens dat ze onvoldoende van elkaars problematieken op de hoogte zijn en dat graag scherper willen krijgen. En dus besluit men met een positieve noot: “Het is mooi van elkaar te zien dat we allebei hetzelfde maatschappelijke doel nastreven.”

Van links naar rechts: Loes Hoefnagels (Liander), Martijn van Aartrijk (InTraffic), Rutger Siderius (GVB) en Emiel Trommelen (Stevin).